Door: Eline Holten
Met verwondering kijk ik naar de snelheid waarmee het fenomeen AI zich ontwikkelt. ChatGPT bijvoorbeeld: nu één jaar oud en het is al niet meer weg te denken.
AI heeft een revolutionaire impact op allerlei grote vraagstukken zoals klimaatverandering en de geneeskunde. Maar algoritmes bepalen ook steeds meer onze keuzes. Onze privacy is in het geding en onze autonomie loopt gevaar. Er is nog geen (Europese) wetgeving om dit te reguleren. Gaat de techniek met ons aan de haal of laten we AI voor ons denken en werken?
AI belooft veel interessante vooruitgang. Ik zag onlangs een robot in een restaurant die klanten bediende en op afstand aangestuurd werd door een gehandicapte mens die, door de techniek geholpen, interactie heeft met anderen. In een presentatie hoorde ik laatst Bram Nauta, hoogleraar aan de Universiteit Twente, vertellen
dat een chip in toiletpapier ons kan vertellen of we mogelijk een ziekte onder de leden hebben. Fascinerend. Ook handig, met AI worden mijn aankopen gepersonaliseerd, lekker efficiënt, het scheelt mij tijd. Er is een ‘Humane AI Pin’ in de maak, een schermloze smartphone die afbeeldingen op je handpalm projecteert. Met duim en wijsvinger kun je de muziek pauzeren en gebaren met je hand hebben weer andere specifieke functies. Techniek die de mens dient.
ChatGPT ervaar ik als een soort toveren. Echter realiseer ik me ook dat ChatGPT geen zoekmachine is, maar een taalmodel. Er komen prima teksten uit maar de inhoud klopt niet altijd, is niet volledig neutraal, discrimineert soms en er wordt geen bron vermeld of er staan bronnen die niet bestaan. Het systeem doet niet aan ‘fact checken’ en hallucineert door eigen antwoorden te bedenken of te vinden op internet. En wat gebeurt er eigenlijk met de prompts?
AI heeft een enorm potentieel en dendert in snelheid voort door onze drang naar innovatie. Voor het onderwijs biedt AI de mogelijkheid om het onderwijs flexibeler en persoonlijker te maken door middel van een digitaal assistent en ‘learning analytics’. Voorbeeld van een schaduwkant is dat met AI inmiddels deepfakefilmpjes te maken zijn die niet meer van echt te onderscheiden zijn. Imitaties van stemmen, gemanipuleerde interviews, gezicht ‘swaps’, verontrustend realistisch en zorgwekkend.
AI dwingt ons dus ook om na te denken over de onbedoelde gevolgen van onze eigen uitvindingen. Tegenhouden van AI en verbod op gebruik van ChatGPT is ingewikkeld. Vertragen zou wel helpen om ethische normen te ontwikkelen die het gebruik van AI op een verantwoorde manier reguleren.
Bedrijven doen er goed aan om hun gedragscode aan te scherpen om ervoor te zorgen dat gevoelige (bedrijfs)informatie niet gedeeld wordt. Dit vraagt nieuw beveiligingsbewustzijn. Net als kennis van Outlook zou er ook basiskennis van AI en ChatGPT aanwezig moeten zijn bij werknemers zodat er veilig geëxperimenteerd kan worden.
Om met de woorden van demissionair minister van Onderwijs Robbert Dijkgraaf te spreken: ‘we rijden heel hard, maar wel door de mist. Dat maakt het moeilijk om vooruit te kijken’. Dat AI onze wereld echt gaat veranderen is me wel duidelijk, waar het toe leidt zou ik wellicht eens aan ChatGPT moeten vragen.