3 minuten
)
Cultuur

Waarom we (meer) in brede welvaart moeten denken

Het eerste teken van menselijke beschaving, is dat het maken van vuur? Het uitvinden van het wiel? De grotschilderingen in Chauvet, tienduizenden jaren geleden gemaakt? Desgevraagd door haar studenten gaf de beroemde antropologe Margaret Mead een onverwacht antwoord: een gebroken en vervolgens genezen dijbeen. Mead legde haar studenten uit dat waar ‘survival of the fittest’ geldt, geen genezen dijbenen worden gevonden.

Volgens de antropologe was dit geheelde bot bewijs dat iemandvoor de gewonde zorgde, voor diegene jaagde en verzamelde, en bescherming en gezelschap bood, tot het letsel kon genezen. ‘Het eerste teken van beschaving is compassie’, stelde de antropologe.

 

Noaberschap

Met een beetje mentale gymnastiek kunnen we dat geheelde dijbeen van 15.000 jaar geleden zien als ‘noaberschap avant la lettre’. Het zit in ons DNA om naar elkaar om te kijken, elkaar bij te staan met kennis en kunde. Het mooie van deze regio is dat die samenlevingskracht al sinds jaar en dag onze voedingsbodem vormt, waarop alles in Twente groeit, bloeit en soms ook glorieus faalt.

Bruto regionaal geluk

Met die voedingsbodem in het achterhoofd besloten we als Young Twente Board de sociaaleconomische uitdagingen van deze regio te bekijken. En zo onze eigen kijk daarop te formuleren, want wat vinden wij als jongeren waar het naartoe moet? Een van onze belangrijkste constateringen is dat puur economisch denken te nauw is. Vandaar ons pleidooi om niet vast te klampen aan Bruto Regionaal Product, maar om als regio breder en verder te kijken dan dat: denk in brede welvaart, denk in ‘bruto regionaal geluk’.

De redenatie daarachter heeft te maken met zowel ons aloude DNA als de uitdagingen van nu. Helemaal platgeslagen tot op persoonlijk niveau is geluk niets meer dan ons subjectief welzijn; een verzameling van chemische stofjes als serotonine, oxytocine en dopamine die hun werk doen in ons lichaam. Maar geluk is niet alleen biochemisch, geluk is ook psychologisch, sociologisch en zelfs economisch. Zo zijn wetenschappers met elkaar eens dat geld tot op zekere hoogte gelukkig maakt, maar ook dat familie en sociale omgeving meer invloed op ons geluk lijken te hebben dan geld en gezondheid. En eigenlijk, zo concludeert historicus Yuval Noah Harari, hangt geluk vooral af van de ‘correlatie tussen objectieve factoren en subjectieve verwachtingen’. En zo kun je het ook al snel sociaaleconomisch benaderen: als dit ons speelveld is, wat kunnen we als regio aan objectieve factoren creëren en wat voor verwachtingen moeten we hebben?

Generatie Z

Immers, we willen allemaal gelukkig zijn. Het besef dat economische groei daaraan ondergeschikt is, groeit wereldwijd – eindelijk. En al helemaal onder Generatie Z, die fundamenteel anders kijkt naar werken, wonen en de wereld. Onlangs schreef de Rabobank een adviesrapport met een even duidelijke als dringende boodschap: de minister van Economische Zaken zou het takenpakket moeten uitbreiden met de portefeuille ‘Brede Welvaart’, om daardoor beter beleid te voeren op de maatschappelijke, sociale en economische opgaven in de regio. Nota bene Jan-Peter Balkenende – ja, eerder nog voorvechter van de VOC-mentaliteit – schreef de afgelopen tijd mee aan een rapport genaamd ‘Towards the Wellbeing Economy’. Universiteit Twente verzet haar bakens naar een ‘people-first’- filosofie. En dan vergeten we nog de politieke roep om een ‘nieuw sociaal contract’ en de ‘menselijke maat’, als gevolg van de toeslagenaffaire.

Kentering

Er is een kentering naar brede welvaart gaande. Voor deze regio ligt de uitdaging om niet alleen te bedenken wat onze gezamenlijke definitie van Twents Geluk is, maar ook om die Bruto Regionaal in te vullen. En om vervolgens te meten, bij te sturen en te stimuleren. Zoals premier Jacinda Ardern van Nieuw-Zeeland inmiddels geluk laat meetellen in het overheidsbudget, zo kunnen we in Twente ook in ons beleid een andere toon zetten. Dat is een uitdaging waarin wij als Young Twente Board de komende jaren het voortouw in willen nemen. Sterker nog, hierin kunnen we ons als regio onderscheiden van de rest van Nederland. Want de kanteling is gaande. Nú hebben we de kans om daarin voorop te lopen.