Horecaliefhebbers in Twente kunnen er al een tijdje niet meer omheen: Café Sprakel in Lonneker. De plek groeide onder leiding van ondernemersstel Mirco en Marielle Bergink uit tot een begrip. Mirco deelt zijn verhaal over een bijzondere transitie en over de ontwikkeling: letterlijk ‘in de brand, uit de brand’. ‘Ik was een jonge ondernemer met bravoure en heb inmiddels geleerd dat ieder mens anders is.’
Mirco kijkt eens rustig om zich heen. Het is een druilerige voorjaarsmorgen, we zitten in de voormalige feestzaal, die tegenwoordig stijlvol oogt. De locatie waar kort hiervoor de adviesraadbijeenkomst plaatsvond, waarin de invulling van deze nieuwe INN’twente werd besproken met alle partners. Verderop melden de eerste gasten zich. ‘Het is hier nooit leeg, ze zijn er altijd’, zegt Mirco. Zijn gedachten dwalen af. ‘Maar zo stampvol als het toen elk weekend ’s avonds was in deze zaal… Gekkenwerk eigenlijk.’
Hij schetst het beeld uit een periode bijna twintig jaar geleden. ‘Ik was een jaar of dertig en voor de duivel niet bang. De jeugd uit het dorp hing hier elk weekend met de benen uit. Ouwehoeren, paffen, drinken. En daarna op het fietsje, de stad in, op naar het nachtleven van Enschede. Zo ging het week in, week uit. Ik kom zelf uit Lonneker en kende bijna iedereen. Ik deed de lts en werkte daarna als schilder in Tiel, maar wilde altijd terug naar Twente. Met carnaval en grote bruiloften hielp ik al mee in Sprakel.’
50.000 gulden
In 1999 kwam het bedrijf plotseling te koop. Mirco: ‘Marielle en ik zeiden tegen elkaar: nou, wat gaan we doen? Het leek ons wel wat. Als jonge ondernemer klopte ik overal aan voor financiering, maar geen bank durfde het aan. Toen heb ik me op een gegeven moment bij de Rabobank heel kwaad gemaakt. Een Lonnekernaar die daar werkte, kwam alsnog met 50.000 gulden over de brug. Ik wil het de jeugd van nu ook meegeven: zet door, volg je droom, en vooral ook: houd je netwerk in stand. Kennis hoeft niet persé te betekenen dat je zélf kennis hebt, het kan ook om je kennissenkring gaan.’
Ondernemerscoaching
Hard werken en niet lullen. Dat was voor de Berginks in de beginjaren vooral het devies. ‘In 2004 konden we het volledige pand aankopen en toen begon het een stuk serieuzer te worden. We pakten van alles aan. De toiletten, de zaal, het terras.
Ik nam een kijkje in de keuken bij andere horecabedrijven, ging vaak mee op een bustour naar het westen. We kregen ondernemerscoaching, iets wat we nog steeds twee keer per jaar doen. Ook namen we de voormalige naastgelegen cafetaria Cadillac over en toverden die om tot het huidige Friet & Zo en IJs & Zo.’
Alles in as
Na de gloriejaren met een stampvolle zaal en veel dorpsjeugd, tekenden donkere wolken zich af. Mirco: ‘Het rookverbod kwam, dat voelde voor mij echt als het einde van mijn bedrijf, niet wetende wat daarna nog zou komen. Er werd hier altijd volop gerookt, dat hoef ik niet uit te leggen.’
De echte rampspoed voor Sprakel moest toen nog komen: de alles vernietigende brand. Sprakel brandde in 2009 tot de grond toe af. ‘Ik was eigenlijk zelf de aanstichter’, vertelt Mirco. ‘Er stond een terrasverwarmer op gas binnen, die had gelekt. Propaangas is een sluipmoordenaar, je ruikt het niet. Ik sleepte het ding langs het biljart en drukte toen per ongeluk de ontsteker in. In mum van tijd was het één grote vlammenzee. Het eerste wat ik dacht: mijn jonge kinderen naar buiten. In een paar minuten zag ik mijn levenswerk verdwijnen, alles lag in as.’
Mirco vertelt het rampverhaal inmiddels vrij rationeel. Zo herinnert hij het zich ook, want hij was in staat de knop razendsnel om te zetten. ‘De volgende dag dacht ik al: oké, dit wordt ‘in de brand, uit de brand’, mij krijgen ze niet klein. Ik wilde er hoe dan ook beter uitkomen. De verzekering hielp, de bank ook weer. Na vier maand stond er weer iets. Ik werkte dag en nacht, eigenlijk teveel, maar goed.’
De omslag
De alcoholleeftijd ging in die periode omhoog en dat markeerde definitief het einde tijdperk van het feestcafé. 2011 werd uiteindelijk het omslagjaar waarin de basis werd gelegd voor de huidige identiteit van Café Sprakel. Mirco: ‘We wilden meer doen met eten. We namen een kok aan en verschoven onze prioriteiten.’ Hij laat een plaatje met drie cirkels zien. ‘Zie je het midden? Dat is Lonneker. Kijk, voor een glaasje bier rijd ik niet naar pak ’m beet Haaksbergen of Borne. Voor een lekker hapje eten wel.
Tegelijkertijd proberen we geen eenheidsworst te zijn. Dat blijft een proces. En daarbij zeg ik eerlijk: ik kijk veel af bij collega’s, ook in het buitenland. In Tel Aviv, Israël, is vegan het toverwoord. Ook daar geloof ik in. Als jij gaat eten met een groep van tien man en eentje eet er veganistisch, dan bepaalt diegene vaak waar je heengaat. Kortom: je vegan-gerechten moeten top zijn. Dat is bij ons dan ook zo.’ Verder doen we er inmiddels veel omheen. Van onze eigen huis-aan-huiskrant Smakelijk Sprakel tot bokbiertochten en van evenementen tot tapasproeverijen.’
Mensen
Mirco bewaart zijn belangrijkste kracht tot het laatst: het personeel. 90 man en vrouw sterk inmiddels. Moeite met het vinden van nieuwe mensen heeft Sprakel niet. ‘Een cliché, maar mijn medewerkers zijn veruit het belangrijkst. Omdat we nu ontbijt en lunch erbij doen, zijn we om 9.00 uur open. Iedereen werkt maximaal één á twee sluitdiensten per week en is in het weekend minimaal één dag vrij. Wat ik ook probeer te doen: mensen uit heel Twente in dienst. Een collega uit Hengelo vertelt daar bijvoorbeeld aan familie en vrienden over Sprakel. Die komen dan eens kijken hier. Zo werkt het vaak wel.’
Nog een opvallend fenomeen bij Sprakel: een persoonlijkheidstest voor het personeel. De ‘kleurtjes’, zoals Mirco het noemt. ‘Vooral bedoeld om meer inzicht in en begrip te krijgen voor elkaar. Niet gangbaar in de horeca? Zou kunnen, maar wel heel belangrijk hier. Een ‘geel’ persoon is bijvoorbeeld creatief en conceptueel en houdt niet zo van regels. Diegene moet op een andere manier gemotiveerd en gesteund worden dan een ‘blauwe’. Vond ik erg leerzaam. Of ik als jonge ondernemer had gedacht ooit nog eens met persoonlijkheidskleuren aan de slag te gaan? Haha, zeker niet!’
We ronden af. Lunchtijd nadert en Sprakel loopt verder vol. Mirco peinst desgevraagd nog even over de toekomst. ‘Die kan niemand voorspellen, ik ook niet. Wat ik wel weet: ik ben nu 50 en denk al na over hoe ik Sprakel wil nalaten aan een volgende generatie. Hopelijk mijn zoon en dochter, die kant gaat het wel op. Ze volgen beiden een horecaopleiding. De meeste ongelukken bij een bergexpeditie gebeuren op de terugweg, na de top, als de euforie voorbij is. Dat risico wil ik niet nemen.